Aan de landelijke tuinvogeltelling op 28 en 29 januari deden 104 Lentenaren mee.
Bij elkaar telden zij 1174 vogels.
Tussen de landelijke en Lentse top-10 van meest getelde vogels zitten wel wat verschillen. Alleen de nummers 1 (huismus) en 2 (koolmees) komen overeen. Wat opvalt zijn de kraaiachtigen als kauw en ekster. Die scoren in Lent hoger dan landelijk. Hetzelfde geldt voor vogels die hun voer op de grond vinden, zoals de merel en de roodborst. Dit hangt mogelijk samen met Lent als nieuwe stadswijk met zijn relatief jonge bomen en halfopen landschap. Dat is precies wat de kauw, de ekster, de merel en de roodborst nodig hebben.
De resultaten van de telling kunnen in de loop van de jaren veranderen. Wie weet hoe de Lentse kanjers volgend jaar scoren. Bekijk hier de resultaten op de website van de vogelbescherming.
tekst: Marianne van der Pol